Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik neigde mijn hoofd, en aanbad den HEERE; en ik loofde den HEERE, den God van mijn heer Abraham, Die mij [55]op den rechten weg geleid had, om de dochter des [56]broeders van mijn heer voor zijn zoon te nemen. 55. Hebr. den weg der waarheid; dat is, den waren of den rechten weg. 56. Dat is, bloedverwant, want Bethuel was de zoon van Nahor, Abrahams broeders. Zie bov. vs.27.